In geval van gewrichtsslijtage van de pols is het soms mogelijk dat de pols gedeeltelijk wordt vastgezet (partiele polsartrodese). Bij een ‘LCTH of 4-corner artrodese’ worden vier handwortelbeenderen (os lunatum, os capitatum, os hamatum en os triquetrium) aan elkaar vastgemaakt met behulp van een ronde plaat. Deze vier handwortelbeenderen zullen aan elkaar groeien. Eén handwortelbeen (os scaphoideum) wordt verwijderd. Door deze operatie wordt het versleten deel in de pols ontlast. De pols scharniert nog op één niveau (met goed kraakbeen) in plaats van twee niveaus (waarvan één met slecht kraakbeen). Vaak geeft deze operatie een aanzienlijke pijnvermindering. Het herstel van kracht in de hand is erg afhankelijk van de situatie voor de operatie. De beweeglijkheid van de pols zal afnemen omdat het polsgewricht na de operatie nog maar op één niveau scharniert.
Het scaphoid (blauw) wordt verwijderd en 4 handwortelbeentjes (rood) worden aan elkaar vastgezet. Na de operatie zal er een litteken zichtbaar zijn aan de rugzijde van het polsgewricht (groene stippellijn).
Voor de behandeling van LCTH of 4-corner artrodese kunt u terecht bij het Hand en Pols Expertisecentrum.
Er bestaan diverse oorzaken van slijtage van de pols. Vaak voorkomende oorzaken zijn:
Operatieve behandeling
Voor de operatie
Voor de operatie dient u rekening te houden met onderstaande zaken:
- Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met het aankleden en/of vervoer naar huis.
- Draag geen sieraden of nagellak.
- Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, indien nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
- Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan uw arts.
- Stop in overleg met de arts enkele dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit één dag na de operatie weer hervatten.
Operatie
Tijdens de operatie ligt u op de rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt in dagbehandeling onder verdoving van de gehele arm. Minder vaak wordt gekozen voor algehele anesthesie.
Aan de bovenzijde van de pols wordt een snede gemaakt. Vervolgens wordt één handwortelbeen verwijderd en worden vier andere handwortelbeenderen aan elkaar vastgezet met behulp van een ronde plaat. De huid wordt hierna gesloten.
- Na de operatie krijgt u een gipsverband aangemeten. U dient het gipsverband droog te houden. Tijdens het douchen kunt u een plastic zak om de hand doen.
- U dient de hand de eerste dagen hoog te houden. Dit kan met de hulp van een mitella/sling.
- 's Nachts kunt u uw hand dan het beste op een kussen laten rusten.
- Het is van belang dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidsklachten te voorkomen. Dit kunt u doen door 5x per dag 10 maal de vingers recht te maken en 10 maal een vuist te maken. Dit herhaalt u nog eens waarbij u de andere hand gebruikt om wat door te bewegen.
- Voor eventuele napijn kunt u paracetamol (max. 4 x daags 1.000 mg) gebruiken.
- Zelf autorijden met drukverband/gipsspalk mag niet, u bent dan niet verzekerd.
- De hechtingen worden na ongeveer 10 dagen door een verpleegkundige verwijderd.
- Uw behandelend arts bepaalt hoe lang het gipsverband om moet blijven. Vaak is dit vier tot zes weken. Hierna krijgt u een afneembare spalk van thermoplastisch materiaal aangemeten. Deze spalk loopt tot aan de onderarm, maar laat de vingers en duim vrij. De spalk mag niet nat worden.
- Uw behandelend arts bepaalt hoe lang u de afneembare spalk dient te dragen. Vaak is dit de eerste vier weken continu en hierna alleen bij activiteiten waarbij kracht nodig is.
- Nadat de spalk gemaakt is, wordt direct met oefentherapie gestart onder begeleiding van het handenteam. Deze oefeningen zijn er op gericht om de kracht en beweeglijkheid in uw pols en hand te vergroten.
Hersteltraject
- De duur van de herstelfase na een LCTH-artrodese is gemiddeld drie tot zes maanden, maar vanzelfsprekend afhankelijk van uw wondgenezing en herstel.
- De afneembare spalk dient het eerste jaar tijdens het sporten gedragen worden. Tot 6 maanden na het ontstaan van het letsel raden wij aan om contact/vechtsporten en intensieve stressmomenten te vermijden.
- Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk.
- Vaak geeft deze operatie een aanzienlijke pijnvermindering. Het herstel van kracht in de hand is erg afhankelijk van de situatie voor de operatie. De beweeglijkheid van de pols zal waarschijnlijk afnemen omdat het polsgewricht na de operatie nog maar op één niveau scharniert. Dit houdt in dat de beweegklijkheid gemiddeld 50-60% afneemt in vergelijking met de beweeglijkheid van de (aangedane) pols vóór de operatie.
Handenteam
Na een LCTH-artrodese is er nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk- en oefentherapie. Deze nabehandeling vindt plaats bij het Hand en Pols Expertisecentrum van het Maasstad Ziekenhuis en wordt uitgevoerd door de medewerkers van het handenteam. De nabehandeling na de operatie is zeer intensief (u moet dus vaak naar de therapie komen) en kan enkele maanden duren.
Mogelijke complicaties
Bij alle operaties bestaat een geringe kans dat complicaties zich voordoen. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.
- Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
- Na een trauma of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met trauma of de operatie. Deze klachten omvatten roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn. Ook kan er intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
- Zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn. Ook kan er een intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
- De LCTH-artrodese heeft tevens als zeldzame complicatie dat de botdelen niet goed aan elkaar groeien.
- Zeer zelden geeft de ronde plaat klachten en moet deze operatief verwijderd worden.