Onderzoek toont aan: operatie bij brandwonden niet altijd noodzakelijk
Bij patiënten met grote en diepe brandwonden is het snel operatief verwijderen van het verbrande weefsel en het transplanteren van gezonde huid wereldwijd de standaard behandelmethode. Nieuw promotieonderzoek toont aan dat een operatie niet altijd noodzakelijk is. ‘’Bij gemiddeld diepe brandwonden, die genezen binnen 14 tot 21 dagen, resulteert een operatie niet in een kortere genezingsduur of betere lange termijn littekenkwaliteit. In tegenstelling tot wat tot nu toe werd gedacht is een conservatieve behandeling (speciale crèmes of andere wondbedekkers) bij dit soort brandwonden een betere methode.’’, concludeert Harold Goei in zijn proefschrift ‘Modern Burn Treatment and Outcome Assessment’, waarop hij vrijdag 24 mei promoveert bij het Amsterdam UMC.
Er is een relatie tussen de genezingsduur van een brandwond en de littekenkwaliteit. Harold: ‘’Bekend was al dat brandwonden die binnen 14 dagen genezen geen operatie behoeven en meestal geen littekens veroorzaken. Daarentegen leiden brandwonden die pas na 21 dagen genezen nagenoeg altijd tot littekens. Deze brandwonden worden geopereerd om de genezingsduur te verkorten en zo de littekenkwaliteit te verbeteren. Niet bekend was wat de uiteindelijke kwaliteit is van littekens veroorzaakt door brandwonden met een verwachte genezingsduur tussen de 14 en 21 dagen (intermediate). Ook was niet bekend of een operatie bij deze categorie noodzakelijk is. Het promotieonderzoek van Harold Goei geeft nu duidelijkheid.
Dieptebepaling belangrijk voor behandelkeuze brandwond
‘’De diepte van een brandwond kan heel nauwkeurig worden ingeschat door een brandwondenarts, met behulp van een de Laser Doppler Imager (LDI).’’, vertelt Harold. ‘’De LDI geeft als uitkomst drie verschillende mogelijkheden: een verwachte snelle genezingsduur (binnen 14 dagen), een gemiddelde ‘intermediate’ genezingsduur (14 - 21 dagen) en een trage genezingsduur (langer dan 21 dagen). Deze verwachte genezingstijd hangt samen met de diepte van de wond. Aan de hand van deze dieptebepaling kun je als clinicus besluiten of een operatie noodzakelijk is, of dat speciale crèmes of andere wondbedekkers afdoende zijn om de wond te doen genezen.’’
Brandwonden genezen met zo min mogelijk littekens
‘’Het opereren van brandwonden is bij sommige patiënten onvermijdelijk voor een goede genezing. Echter, iedere operatie is er één, met bijkomende risico’s. Een nadeel van opereren is dat het bijvoorbeeld altijd leidt tot zichtbare en voelbare littekens. Bovendien moet hiervoor elders van het lichaam gezonde huid weggenomen worden voor een huidtransplantatie. Deze zogenoemde donorsites kunnen pijn, jeuk en ook littekens veroorzaken.’’, vertelt Harold. ‘’Als brandwondenarts wil je brandwonden genezen met zo min mogelijk littekens. Het is daarom essentieel om te onderzoeken wanneer een operatie echt noodzakelijk is.’’ Om dit te onderzoeken heeft Harold Goei vanuit het Brandwondencentrum Rotterdam (Maasstad Ziekenhuis) - met medewerking van het Brandwondencentrum Groningen (Martini Ziekenhuis) en het Brandwondencentrum Beverwijk (Rode Kruis Ziekenhuis) - bij 141 patiënten, waarbij de genezingsduur voorspeld was met de LDI, ook de uiteindelijke littekenkwaliteit gemeten en de relatie hiertussen bepaald.
Opereren resulteert niet altijd in betere littekenkwaliteit
‘’Uit mijn onderzoek blijkt dat een behandeling met speciale crèmes of andere wondbedekkers zowel bij oppervlakkige als bij intermediate diepe brandwonden een goede behandelmethode is.’’, concludeert Harold. ‘’Een operatieve behandeling is bij deze wonden niet noodzakelijk en zal mogelijk juist tot extra littekenvorming leiden. Aangezien de grootte, het aantal en de kwaliteit van littekens grote invloed hebben op het lichamelijk en psychisch functioneren van een patiënt, is het belangrijk om wanneer dit niet noodzakelijk is een operatie te voorkomen.’’
Harold Goei promoveert op vrijdag 24 mei op zijn proefschrift ‘Modern Burn Treatment and Outcome Assessment’ aan het Amsterdam UMC. Voor zijn proefschrift werkte Harold Goei onder begeleiding van de Promotor prof. dr. E. Middelkoop en copromotoren dr. M.E. van Baar en dr. C.H. van der Vlies. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Brandwonden Stichting.