Integrale reumazorg loont in efficiënter verwijzen – huisartsen en reumatologen samen beter
Voor patiënten met een inflammatoir reumatische aandoening (IRD) is snelle doorverwijzing naar een reumatoloog belangrijk, zodat ze zo vroeg mogelijk kunnen starten met een passende behandeling. Voor patiënten zonder deze ontstekingsziekte moet onnodig verwijzen naar dure ziekenhuiszorg juist voorkomen worden. Op dit moment verloopt het proces van herkenning en doorverwijzing niet optimaal. Reumatologen zien in ziekenhuizen daardoor regelmatig patiënten die geen ontstekingsziekte hebben, terwijl patiënten die wel IRD hebben soms laat of niet worden doorverwezen. Of het toevoegen van medisch specialistische expertise in de *eerstelijn een effectieve manier is om de gezondheidzorg te reorganiseren onderzocht Elke van Delft, promovendus Maasstad Ziekenhuis en programmacoördinator ReumaNederland.
Van links naar rechts: Angelique Weel-Koenders (promotor en arts-specialist Reumatologie Maasstad Ziekenhuis) en Elke van Delft (promovendus Maasstad Ziekenhuis en programmacoördinator ReumaNederland) met het proefschrift: Getting out of line – optimizing rheumatology referral from primary care using secondary care expertise.
Nederland heeft net als veel westerse landen te maken met een toenemende zorgvraag. Voorspeld wordt dat het totaal aantal verwijzingen naar de reumatoloog vanwege aandoeningen in de spieren, gewrichten, pezen, ligamenten en zenuwen nog verder zal toenemen – tot wel 15%. “De toename gaat leiden tot meer kosten binnen deze zorg. Het was daarom relevant om te onderzoeken hoe we de zorg het meest optimaal kunnen organiseren en benutten. Vooral omdat uit onderzoek is gebleken dat de meerderheid van de patiënten (>70%) die voor het eerst naar de reumatoloog zijn verwezen geen IRD hebben. Daarnaast is aangetoond dat er een vertraging in verwijzing van enkele maanden of zelfs jaren kan optreden. Het huidige verwijzingsproces leidt daarmee tot een hoge economische last voor zowel patiënten met als zonder IRD”, meldt Angelique Weel-Koenders, promotor en arts-specialist Reumatologie Maasstad Ziekenhuis.
Optimalisering reumatologie verwijzing
Ervoor zorgen dat de patiënt met aandoeningen in de spieren, gewrichten, pezen, ligamenten en zenuwen de juiste zorg op de juiste plek krijgt, kan de financiële lasten voor individuele patiënten, de gezondheidszorg en de samenleving verminderen en tegelijkertijd de kwaliteit van leven van patiënten behouden en verbeteren. Om doorverwijzing te optimaliseren, is een nauwe verbeterde samenwerking tussen huisarts en reumatoloog nodig, waarin meer patiëntgericht wordt gewerkt. Promovendus Van Delft heeft uiteindelijk twee strategieën getoetst die voor deze verbetering kunnen zorgen.
Enerzijds keek Van Delft naar de toepassing van een digitale verwijsregel. Hierbij schrijven de reumatologen een online checklist voor die door de huisarts kan worden ingevuld als een patiënt op consult komt. In die verwijsregel staan een aantal kenmerken op basis waarvan duidelijk wordt of de patiënt wel of geen risico heeft op een vorm van ontstekingsreuma. Als dat risico er is, is het advies om de patiënt door te verwijzen. “Ik vind het een prettig idee dat de huisarts, gebaseerd op deze digitale ondersteuning een aantal stappen in het zorgtraject kan overslaan en meteen de juiste stappen kan initiëren”, aldus een patiënt uit het panelonderzoek.
Anderzijds keek Van Delft naar de toepassing van triage door een reumatoloog in de eerstelijnszorg. “Deze manier van werken, waarbij de specialist ter ondersteuning in de huisartsenpraktijk langskomt, is de toekomst van de zorg”, meldt een huisarts. Uit de resultaten blijkt dan ook dat de triage in de eerstelijnszorg de geschiktheid van verwijzingen naar reumatologie aanzienlijk kan verhogen. Deze verbetering leidt tot een grotere waarde voor de patiënten.
Boven verwachting
Elke van Delft: “De strategieën laten een resultaat zien wat onze verwachtingen te boven gaat. Ongeveer 20% van de patiënten die doorverwezen wordt, heeft ontstekingsreuma. Ons doel was om dat te verhogen naar 35%. We hebben geconstateerd dat dit tot zeker 50% kan worden verhoogd door de inzet van deze strategieën.”
*Eerstelijnszorg is zorg waarvoor geen doorverwijzing nodig is. Denk hierbij aan: de huisarts, de fysiotherapeut of de wijkverpleegkundige.