Afasie (taalstoornis)

Afasie (taalstoornis)

Afasie is een taalstoornis die ontstaat door hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld een hersenbloeding of herseninfarct (CVA), trauma (hersenletsel door een ongeluk) of een hersentumor.

Afasie (‘a’ = niet, ‘fasie’ = spreken) betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil (taalstoornis). Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen wat een ander zegt, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van onze taal. Als - door een hersenletsel - één of meer onderdelen van de taal niet goed meer functioneren, noemt men dit afasie.

Afasie is bij iedereen anders. Hoe de afasie zich laat zien, is afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel. Zowel het praten en schrijven (taalproductie) als het verstaan en lezen (taalbegrip) kan problemen geven. De problemen kunnen verschillen van mild tot ernstig.

Let op Afasie betekent niet dat de patiënt zijn verstand verloren heeft of 'niet goed meer bij zijn hoofd is'. Iemand met afasie beschikt meestal nog volledig over zijn intellectuele capaciteiten, maar mist de mogelijkheid dit goed te laten zien.

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Logopedie bij Afasie

De logopedist onderzoekt eerst welke taalproblemen er zijn. De uitslagen van de onderzoeken worden vervolgens met u besproken.

Hierna wordt een behandelplan opgesteld en wordt gestart met oefeningen om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren.

De logopedist leert de persoon en zijn/haar directe omgeving hoe het beste met elkaar gecommuniceerd kan worden. Wanneer communicatie door afasie erg moeilijk is, is het verstandig een vertrouwd persoon mee te nemen naar de behandelingen.

Er zijn diverse afasie-onderzoeken om de soort en ernst te bepalen. De logopedist maakt een keuze uit één of meer onderzoeken op basis van de problemen.

Wanneer u op een verpleegafdeling in het ziekenhuis opgenomen bent, komt de logopedist bij u langs om de onderzoeken uit te voeren. Wanneer u op de polikliniek bij de logopedist komt, wordt het onderzoek afgenomen aan een tafel in de behandelkamer van de logopedist.

U krijgt meestal een map voor u en de logopedist vraagt u mondelinge of schriftelijke opdrachten uit te voeren of aan te wijzen. Voor deze onderzoeken hoeft u niets mee te nemen of voor te bereiden.

De behandeling bestaat uit oefeningen om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. De oefeningen worden uitgevoerd tijdens de afspraak, welke 30 tot 60 minuten duurt en 1 tot 2 keer per week plaatsvindt. Omdat het belangrijk is om regelmatig te oefenen, krijgt u ook oefeningen mee naar huis.

Ook leert de logopedist de persoon en zijn/haar directe omgeving hoe er het beste met elkaar gecommuniceerd kan worden.

Hieronder vindt u een aantal algemene adviezen en adviezen bij een slecht taalbegrip en woordvindproblemen.

Algemeen

  • Het gehoor van iemand met afasie is hetzelfde als voordat deze persoon afasie kreeg. Spreek daarom niet luider dan u gewend bent.
  • Spreek niet over, maar mét de persoon.
  • Zorg voor een rustige omgeving. Geluiden van radio, televisie of ander achtergrond lawaai kan storend zijn.
  • Maak goed oogcontact.
  • Neem de tijd voor een gesprek.

Adviezen bij een slecht taalbegrip

  • Spreek zoveel mogelijk in korte, eenvoudige zinnen.
  • Benadruk de belangrijkste woorden uit een zin (trefwoorden) en schrijf deze op of maak een eenvoudige tekening. Dit helpt de boodschap te begrijpen en te onthouden.
  • Controleer altijd of een boodschap begrepen is.
  • Herhaal eventueel het gesprokene aan de hand van datgene wat u opgeschreven heeft.
  • Stel eenvoudige vragen.

Adviezen bij woordvindproblemen

  • Breng structuur aan in het gesprek. Vraag eerst over wie het gaat, daarna wat er gebeurd is en eventueel waar of wanneer.
  • Stimuleer ‘te praten met handen en voeten’. Het gaat er niet om hoe iets duidelijk gemaakt wordt, als u het maar begrijpt. Het stimuleert vaak om ondersteunende gebaren te maken als u zelf ook gebaren maakt en aanwijst waarover u praat.