Palliatieve zorg is vooral bekend geworden bij patiënten met kanker. Maar deze zorg kan belangrijk zijn voor iedere patiënt met welk ziektebeeld dan ook, bijvoorbeeld COPD, dementie, ALS, nierfalen of hartfalen.

Maar ook voor kwetsbare oudere mensen, mensen met chronische aandoeningen van longen, hart en vaten, nieren, darm en of lever, of zenuwbanen, etc.

Palliatie betekent letterlijk ‘een mantel om iemand heen slaan’.

Palliatieve zorg is de hulp aan mensen die nu of in de nabije toekomst ernstig ziek zijn en niet meer kunnen genezen. Het kan u en uw naasten ondersteunen en u helpen om juist dat te laten of te doen wat in deze fase van uw ziekte voor u en uw familie en vrienden ècht belangrijk is.

Niet meer kunnen genezen wil niet zeggen dat er geen behandel- of begeleidingsmogelijkheden meer zijn. Ook als er geen genezende behandelmogelijkheden meer zijn, bespreekt de arts met u en uw naasten of er behandelingen gegeven kunnen worden die uw leven kunnen verlengen, of de kwaliteit van leven kunnen verbeteren. Dit kan betekenen dat u af en toe naar het ziekenhuis komt voor bijvoorbeeld een infuus met medicatie, een bloedtransfusie. Ook radiotherapie (bestraling) kan een mogelijkheid zijn. Dit gebeurt uiteraard in overleg met u en uw naasten. Ook wanneer u twijfel hebt over uw behandeling is het belangrijk dat met uw behandelaar te bespreken.

Op een gegeven moment zullen de patiënt, naasten en artsen beginnen te twijfelen of zij nog alles moeten doen wat in het ziekenhuis mogelijk is. Belastende onderzoeken en behandelingen zullen dan in onderling overleg gestopt worden. De nadruk van de begeleiding en behandeling komt dan te liggen op het bestrijden/verlichten van klachten (zoals pijn, misselijkheid, benauwdheid of onrust) die het gevolg zijn van uw ziekte.

Ondersteunende zorg
Hieronder worden alle behandelingen gerekend die klachten bestrijden, maar geen directe invloed hebben op de onderliggende ziekte. Dit wordt soms ook wel ondersteunende zorg (supportive care) genoemd.

Palliatieve terminale zorg
Wanneer de verwachting is dat iemand snel zal overlijden, richt de palliatieve zorg zich op ondersteuning in de laatste weken, dagen of uren. Dit wordt ook wel terminale zorg genoemd. Veel mensen die gaan overlijden willen bij voorkeur thuis verzorgd worden. Maar als dit niet mogelijk blijkt te zijn, dan willen zij in een zo huiselijk mogelijk omgeving verblijven. Thuis en in het hospice is het namelijk rustiger dan in de drukte van een modern ziekenhuis. Opname in een hospice gebeurt in nauw overleg met de patiënt zelf, de naasten, met het behandelteam van het ziekenhuis en met de huisarts. Uiteraard zullen er ook mensen zijn die door het ziektebeloop onvermijdelijk in het ziekenhuis overlijden. Dat zal bijvoorbeeld gebeuren als het ziektebeloop heel snel is of als de patiënt een intensieve langdurige band met het ziekenhuis heeft. Ook dan zullen artsen en verpleegkundigen alles doen om de patiënt en de naasten passende zorg te geven en te zorgen dat het Maasstad Ziekenhuis een veilige en vertrouwde plek zal zijn.

DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ)

DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ)

Mogelijke onderzoeken bij DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ)

Mogelijke behandelingen bij DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ)

Betrokken afdelingen en vakgroepen