Epilepsie

Epilepsie

Epilepsie is te vergelijken met een soort kortsluiting in de hersenen en is één van de meest voorkomende chronische neurologische aandoeningen.

In Nederland hebben ongeveer 120.000 mensen epilepsie en elk jaar krijgen rond de 6500 patiënten te horen dat ze epilepsie hebben. Iedereen kan er mee te maken krijgen, want 10% van de bevolking krijgt in zijn leven minstens eenmaal een epileptische aanval.

Mogelijke onderzoeken bij Epilepsie

Betrokken afdelingen en vakgroepen


Een aanval met kortdurend bewustzijnsverlies, schokken, tongbeet, urineverlies gevolgd door verward bijkomen wordt meestal wel herkend als een epileptische aanval.

Niet alle epileptische aanvallen zijn echter zo duidelijk herkenbaar. Het is afhankelijk van in welk gebied van de hersenen kortsluiting ontstaat welke epileptische verschijnselen ontstaan. Daardoor bestaan er ook aanvallen zonder bewustzijnsverlies waarbij een patiënt bijvoorbeeld doelloos gaat rondlopen, smakkende bewegingen maakt met de mond of automatische handelingen verricht zoals frunniken of wrijven. Een vreemd opstijgend gevoel in de maag, zich geleidelijk uitbreidende tintelingen of het horen van vreemde geluiden kunnen ook epileptische verschijnselen zijn.

Één epileptische aanval betekent nog niet direct dat iemand epilepsie heeft.

Zo nodig wordt met verder aanvullend onderzoek een inschatting gemaakt of er kans is op herhaling. Bij een hoge herhalingskans (al meerdere aanvallen gehad, een EEG toont epileptische activiteit of een beeld passend bij een bekend epilepsiesyndroom) wordt gesproken van epilepsie en wordt als u dit wilt gestart met medicatie.

De aanvallen van de meeste patiënten (60-70%) kunnen goed worden onderdrukt met medicijnen. Als de aanvallen snel verminderen kunnen de medicijnen bij volwassenen soms na 2 tot 3 jaar afbouwend worden gestopt zonder dat de aanvallen terugkomen.

Het epilepsie spreekuur van het Maasstad Ziekenhuis heeft jarenlange ervaring met de behandeling van allerlei vormen van epilepsie.

U kunt bij ons terecht bij een verdenking op epilepsie, maar ook voor begeleiding of een advies omtrent optimale behandeling indien u de diagnose epilepsie al heeft (of net heeft gekregen).

We monitoren de impact van de epilepsie en eventuele bijwerkingen van medicatie bij uw bezoek aan het spreekuur. De neuroloog of de verpleegkundige vraagt dit bij u na en/of maakt gebruik van een vragenlijst.

De neurologen van ons epilepsie spreekuur werken samen met de kinderneurologen van het Sophia Kinderziekenhuis en epilepsieneurologen van de academische epilepsiecentra Kempenhaeghe en SEIN.

Het contact met ons team is laagdrempelig. Naast uw vaste behandelend neuroloog hebben wij epilepsieverpleegkundigen bij wie u terecht kunt met al uw vragen, u begeleiden bij behandelingen en u, uw naasten en uw hulpverleners ondersteuning bieden. De verpleegkundige kan informatie geven over epilepsie en alles wat er mee samenhangt.

Patiënten die verwezen zijn naar het wegrakingenspreekuur met de verdenking op epilepsie worden eerst besproken op het wekelijkse overleg van het behandelteam. De route die een patiënt aflegt hangt af van het plan dat gemaakt wordt tijdens dit overleg. Soms ontvangt u vooraf een vragenlijst, met het verzoek deze ingevuld mee te nemen naar de eerste afspraak.

Kinderen met epilepsie die bij een kinderneuroloog in het Sophia Kinderziekenhuis onder behandeling zijn geweest en volwassen zijn geworden, zijn welkom op ons ‘transitiespreekuur’.

Vanaf 18 jaar loopt de behandeling niet meer via een kinderarts, maar wordt u verwezen naar een arts voor volwassenen. Het proces rondom de overgang van kind naar volwassenen wordt transitie genoemd.

Na ontvangst van de verwijsbrief uit het Sophia Kinderziekenhuis wordt de jongvolwassene samen met de ouders/verzorgers uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de nieuwe neuroloog. Onze neurologen hebben jarenlange en uitgebreide ervaring met de behandeling van epilepsie.

De medische gegevens worden samen besproken, er is ruimte voor kennismaken en uitleg van de werkwijze in het Maasstad Ziekenhuis.

De sfeer is anders dan op de polikliniek voor kinderen. Zo is er geen speelgoed op de polikliniek zoals op de kinderpolikliniek wel het geval is. We proberen zoveel mogelijk te zorgen voor een vaste dokter en vaste verpleegkundigen.