Infectiepreventie

Infectiepreventie

De afdeling Infectiepreventie richt zich onder andere op de preventie van overdracht van micro-organismen, het tegengaan van (kruis)besmettingen en het voorkomen en bestrijden van ziekenhuisinfecties.

Infectiepreventie

De afdeling Infectiepreventie is telefonisch bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.30 tot 12.00 uur.

Micro-organismen is een verzamelnaam voor virussen, parasieten en bacteriën. Deze zijn niet gevoelig voor antibiotica. Dat maakt ze moeilijker te bestrijden. Patiënten die een infectie met een resistent micro-organisme hebben opgelopen, liggen over het algemeen langer in het ziekenhuis en moeten vaak extra behandelingen of ingrepen ondergaan.

Micro-organismen die resistent zijn tegen antibiotica worden Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) genoemd. MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) is één van de bekendste bacteriën binnen de BRMO. Meer informatie over deze resistente bacteriën is op de site van het RIVM en op MRSA Net te vinden.

Een infectie met een resistente bacterie is voor gezonde mensen in de meeste gevallen geen probleem. Het is anders voor mensen met een verminderde weerstand, zoals vaak het geval is bij zieke patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis. Dat is de reden om deze bacterie te weren uit het ziekenhuis.

Als iemand een BRMO blijkt te hebben, stelt de doktersassistent van de polikliniek diegene middels een brief op de hoogte. Bij sommige BRMO’s is het belangrijk dat de patiënt af en toe kweken bij zichzelf afneemt. Dan wordt een pakketje met materiaal om dat te doen en een uitleg opgestuurd. De polikliniek houdt de uitslagen bij. Zo wordt bepaald of het micro-organisme nog aanwezig is en of de maatregelen nog nodig zijn.

Het kan gebeuren dat mensen onbeschermd contact hebben gehad met iemand met een BRMO. In dat geval wordt een contactonderzoek uitgezet. Al die mensen worden dan onderzocht op datzelfde BRMO. Ook in dit geval stuurt de doktersassistent van de polikliniek een pakketje met materiaal, zodat ze bij zichzelf kweken kunnen afnemen.

Patiënten met (verdenking op) een besmettelijke infectieziekte en/of patiënten met een verdenking op of een bewezen dragerschap van een bijzonder resistent micro-organisme (BRMO) worden geïsoleerd verpleegd. Dit om de overdracht van besmettelijke bacteriën en/of virussen via handen, voorwerpen, druppels en lucht te voorkomen.

U wordt op een aparte kamer met of zonder sluis verpleegd. Een sluis is een aparte ruimte, die een buffer vormt tussen de gang en de kamer. Wanneer er geen sluis aanwezig is, wordt de deur gesloten. Bij verpleging in isolatie mag u deze kamer niet verlaten. Uitzondering hierop zijn onderzoeken en behandelingen, deze gaan gewoon door.

Ter voorkoming van het meenemen van de besmetting naar andere patiënten door verpleegkundigen, artsen en andere hulpverleners, dragen alle medewerkers bij binnenkomst op de kamer beschermende kleding. Bijvoorbeeld een schort, handschoenen, mondneusmasker en/of muts. Tevens worden de handen gewassen of gedesinfecteerd met handalcohol tussen handelingen en tussen verzorging van patiënten door.

Goed gebruik van beschermende kleding en juiste handhygiëne is van groot belang bij het voorkomen van verspreiding van micro-organismen.