Beslissingen nemen

Beslissingen nemen

U hebt het recht om zelf te beslissen over uw behandeling. U beslist bijvoorbeeld of u een bepaald onderzoek wilt of niet.

Wie beslist? Wilsonbekwaamheid

Een zorgverlener moet altijd de toestemming vragen van de patiënt voordat hij mag behandelen. Soms is het niet mogelijk om toestemming aan de patiënt zelf te vragen. Bijvoorbeeld als iemand bewusteloos is geraakt, dementerend is of bijvoorbeeld tijdelijk niet kan beslissen door een beroerte. In zulke situaties wordt vastgesteld dat iemand op dat moment niet voor zichzelf over zijn behandeling kan beslissen. We spreken dan over ‘wilsonbekwaam’. Iemand anders moet die beslissingen dan nemen. Dat kan bijvoorbeeld iemand uit de eigen (familie)kring zijn.

Je kunt niet zo maar iemand wilsonbekwaam noemen. Iemand is wilsbekwaam, totdat het tegendeel blijkt. Bij beginnende dementie bijvoorbeeld, mag een ander dus zeker niet zomaar alle beslissingen overnemen!
De arts is de eerste die bepaalt of een patiënt al dan niet wilsbekwaam is om een bepaalde beslissing rond de zorg of behandeling te nemen. Om vast te stellen of iemand wilsonbekwaam is, zijn er enkele kenmerken die de arts houvast geven.
In het algemeen gesteld is wilsonbekwaamheid aan de orde als iemand de informatie over zijn ziekte op dat moment niet kan begrijpen en dus geen goed besluit kan nemen over behandeling en de gevolgen ervan niet meer kan overzien.

Toestemming geven

Met uw toestemming wordt de behandeling gestart. Deze toestemming wordt meestal niet expliciet gevraagd. Als u naar ons ziekenhuis komt voor onderzoek, ingreep of opname, gaan wij ervan uit dat u het eens bent met wat er gaat gebeuren. Voor bepaalde onderdelen vraagt de zorgverlener wél apart toestemming. Bijvoorbeeld voor:

  • een operatie;
  • de anesthesie (verdoving, narcose);
  • een endoscopisch onderzoek (een onderzoek waarbij met een buigzaam slangetje in het lichaam wordt gekeken);
  • risicovolle behandelingen zoals chemotherapie en bestraling (radiotherapie);
  • gebruik van bloed en bloedproducten.

Als u toestemming geeft, dan verwacht de zorgverlener dat u meewerkt aan de behandeling. Bijvoorbeeld door adviezen op te volgen. Wanneer een behandeling dringend noodzakelijk is en u bent zelf niet in staat toestemming te geven (bijvoorbeeld wanneer u bewusteloos binnen wordt gebracht op een spoedeisende hulp) mag de arts ervan uitgaan dat u toestemming zou hebben gegeven (veronderstelde toestemming).

Bij kinderen tot 12 jaar geldt dat de ouders of de wettelijk vertegenwoordiger toestemming geven. Bij jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar moeten zowel de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger en de jeugdige zelf toestemming voor de behandeling geven. Jongeren van 16 en 17 jaar mogen zelf beslissen over de behandeling, mits zij wilsbekwaam zijn. In overige gevallen wordt de toestemming door de ouder(s) of wettelijke vertegenwoordiger(s) gedaan.

Behandelgrenzen

Wanneer u in het Maasstad Ziekenhuis komt voor een behandeling kunt u hierbij zelf grenzen stellen aan uw behandeling. Ook uw zorgverlener kan in uw belang grenzen aan een bepaalde behandeling met u afspreken. Wij voeren dan bepaalde behandelingen of delen hiervan niet uit. Deze afspraak noemen wij een behandelgrens.

Bekijk hier de animaties en folders over behandelgrenzen.

Ontslag uit het ziekenhuis

Bij ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u informatie over uw lichamelijke toestand, de behandeling die u hebt ondergaan, uw medicatie en de verdere gang van zaken rond nazorg en controle. Ook uw huisarts wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld.

Als u zonder toestemming van de arts het ziekenhuis wilt verlaten en de behandeling in het Maasstad Ziekenhuis wilt beëindigen, dan zal de arts of de verpleegkundige u uitleggen waarom beëindiging van de behandeling wordt afgeraden en welke geestelijke en/of lichamelijke gevolgen dit voor uw herstel en gezondheid kan hebben. Uw beslissing om het ziekenhuis tegen het advies van de behandelend arts in te verlaten wordt in het medisch dossier genoteerd.