U bent degene bij wie een bepaald onderzoek wordt uitgevoerd of een behandeling wordt gestart. Om dat te kunnen moet de arts u eerst goed informeren over de behandeling (geïnformeerde toestemming).
Informatie ontvangen en weigeren
Informatie ontvangen en weigeren
Als patiënt bent u gesprekspartner van de hulpverlener als het gaat om de informatie over onderzoek en behandeling. Bij alles wat er met u gebeurt, zijn uw instemming en medewerking noodzakelijk.
Informatie ontvangen
Een hulpverlener moet u op begrijpelijke wijze informatie geven over:
- uw ziekte of aandoening;
- de aard van de voorgestelde behandeling of te verrichten onderzoek;
- de uitslag van testresultaten en röntgenonderzoeken;
- de verwachte duur van de behandeling en de verwachte resultaten;
- de eventuele andere behandelingsmogelijkheden;
- de gevolgen of de eventuele risico's van de behandeling of het onderzoek (bijvoorbeeld de medicijnen, pijn of ongemak en eventuele bijwerkingen);
- de noodzaak en reden voor een verwijzing naar een andere specialist.
U kunt een gesprek goed laten verlopen door duidelijk te zijn. Bijvoorbeeld door aan te geven dat u meer wilt weten, of dat u nog niet alles begrijpt. Schrijf vooraf uw vragen op zodat u niets kunt vergeten. U mag ook altijd een familielid of een goede bekende meenemen die u kan bijstaan of aanvullen wanneer dat nodig is.
Over veel onderwerpen kunt u schriftelijke informatie krijgen, zodat u alles op uw gemak nog eens kunt doorlezen. Informeer hiernaar bij uw arts of bij het voorlichtingscentrum. Als u niet zeker weet of de kosten van uw behandeling vergoed worden, informeer dan tijdig bij uw verzekeraar. Op de website www.knmg.nl/wgbo vindt u checklists met tips en richtlijnen voor uw gesprek met uw arts.
Informatie weigeren
Als u bepaalde informatie niet wilt, dan mag u informatie weigeren. In de wet staat dat patiënten het recht hebben om geen informatie te willen. Stel dat u bijvoorbeeld niet wilt weten of u een verhoogd risico hebt op een erfelijke aandoening. Dan hebt u het recht om die informatie te weigeren. Alleen als de zorgverlener denkt dat het voor u of voor anderen ernstig nadeel oplevert, kan hij de informatie toch geven.