Dit is de coördinator en eindverantwoordelijke voor het revalidatietraject. De revalidatiearts maakt met de informatie een passend behandelplan. U spreekt uw revalidatiearts bij de intake, tijdens de revalidatiebehandeling en bij de eindevaluatie. 

De fysiotherapeut gaat op zoek naar de factoren die pijn, vermoeidheid, een verminderde balans en/of coördinatie veroorzaken. U leert uw spieren zo te trainen dat er een betere stabiliteit van de gewrichten ontstaat. Door een goede, actieve lichaamshouding traint u uw spieren en krijgt u een betere bewegingscontrole en meer spierconditie. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan uw lichaamsgevoel, ademhaling en mogelijk aan spanning gerelateerde klachten  

De ergotherapeut bekijkt samen met u de praktische problemen die veroorzaakt worden door uw klachten en kijkt met u hoe u hier mee om kunt gaan. Er wordt ook aandacht besteed aan een goede verdeling van uw energie over de dag en week en een goede lichaamshouding of werkwijze bij uw activiteiten. 

U kunt bij de logopedist terecht als u klachten heeft op het gebied van stem, adem, spraak, taal en/of slikken. 

De diëtist heeft kennis op het gebied van voedingsproblematiek bij HSD/hEDS. U kunt hier terecht bij vragen over voeding, eventuele klachten of bij de wens tot gewichtsverlies. Ook juist bij ondervoeding of een slechte voedingstoestand kan de diëtist u helpen; het opbouwen van spiermassa gaat samen met de juiste voeding voor uw herstel. 

Samen met u onderzoekt de psycholoog wat de gevolgen van de lichamelijke klachten op uw gedachten, emoties en gedrag zijn. Als u regelmatig boos, gefrustreerd, angstig of verdrietig bent vanwege uw lichamelijke klachten leert u hier tijdens de psychologische behandeling mee om te gaan. Doel hiervan is om kwaliteit van leven te vergroten.  

Samen met de maatschappelijk werker wordt gekeken naar de psychosociale en/of praktische gevolgen van uw lichamelijke klachten. Gespreksonderwerpen kunnen zeer verschillend zijn. U leert omgaan met de klachten en beperkingen, u leert hierover te communiceren richting de omgeving, er wordt uitgelegd hoe u grenzen kunt stellen en op welke manier u energie kunt besparen door het maken van keuzes. Ook kijken we mee met andere zaken zoals problemen met het werk of het contact met een werkgever of bedrijfsarts. 

Daarnaast is de maatschappelijk werker de enige die zich richt op de persoon en zijn/haar omgeving. Het is daarom altijd mogelijk/wenselijk om een naaste bij de behandeling te betrekken. 

De bewegingstherapeut houdt zich bezig met het aanbieden van ondersteunende en activerende therapie door sport en beweging. Het doel daarbij is het stimuleren en optimaliseren van uw bewegingsmogelijkheden en het bewegingsgedrag. Hieronder vallen onder andere het opbouwen en/of verbeteren van de spierkwaliteit en het uithoudingsvermogen. Ook wordt gekeken naar uw belasting en belastbaarheid en hoe u uw energie het beste kunt verdelen binnen uw huidige en of gewenste beweegactiviteiten of vormen. Deze therapie vindt plaats in de sportzaal, fitness, een individuele behandelruimte of in het zwembad. 

De psychomotorisch therapeut biedt een therapie waarbij de ervaring centraal staat. Zo leert u om lichaamssignalen zoals spanning/ontspanning, gevoelens en gedragspatronen te herkennen, te verwoorden en begrijpen (bijvoorbeeld niets meer durven ondernemen door de pijn of altijd maar doorgaan). Er wordt gebruik gemaakt van diverse bewegings- en lichaamsgerichte oefeningen. Hiermee wordt geoefend om tot nieuwe ervaringen, inzichten en gedrag te komen, zodat u uw klachten en problemen anders kunt gaan benaderen of aanpakken.

De hand- en polstherapeut gaat samen met u bekijken hoe de handen gebruikt worden in het dagelijks leven, zoals tijdens het werk en hobby’s. U ontvangt naar aanleiding daarvan adviezen, oefentherapie en als het nodig is tijdelijke spalken. De therapie geeft inzicht in waarom er problemen kunnen ontstaan in handen en/of polsen en u leert gebruik te maken van de natuurlijke stabiliteit en aanwezige kracht in de handen en/of polsen. Het doel is om de pols en handgewrichten zo te gebruiken dat de dagelijkse activiteiten uitgevoerd kunnen worden.