Baarmoederhalsoperatie

Baarmoederhalsoperatie

Bij de operatie neemt de gynaecoloog met een mesje een kegelvormig stukje van de baarmoederhals weg. Deze kortdurende operatie vindt meestal plaats onder verdoving (narcose) en soms met een ruggenprik.

Doordat de ingreep via de vagina plaatsvindt, ontstaat er geen litteken op de buik. Na de operatie brengt de gynaecoloog een tampon in de vagina. Het plassen kan hierbij moeilijk gaan waardoor er een urinekatheter in de blaas gebracht moet worden. Deze wordt verwijderd nadat de tampon door de verpleegkundige uit de vagina is gehaald.

Lees de folder voor uitgebreide informatie.


Betrokken afdelingen en vakgroepen