Bij deze operatie verwijdert de gynaecoloog het bovenste stukje van de baarmoedermond; de baarmoeder zelf blijft intact. De operatie gebeurd onder volledige verdoving (narcose) of onder verdoving van alleen het onderlichaam (ruggenprik).
Na de behandeling blijft u een aantal jaren onder controle bij de gynaecoloog. Daarbij wordt regelmatig een uitstrijkje gemaakt om te controleren op de aanwezigheid van afwijkende cellen.
Lees de folder(s) voor uitgebreide informatie.