In de meeste folikels bevindt zich een eicel. Na ongeveer twee weken hormoonbehandeling prikt de arts deze follikels onder echo-controle aan. De zo verkregen eicellen bevrucht men daarna in het laboratorium (één enkele zaadcel wordt via een zeer dunne naald in één eicel gebracht). Als er uit de bevruchte eicellen embryo's ontstaan, plaatst de arts die een paar dagen later in de baarmoeder. Meestal plaatst de arts één embryo in de baarmoeder. In Nederland plaatst een gynaecoloog maximaal twee embryo's in de baarmoeder. Er ontstaat dan een vergrote kans op een meerling.
Ouders die sterk naar een kind verlangen, verwelkomen meerlingen vaak met open armen. Meestal realiseren zij zich niet dat een meerlingenzwangerschap nogal eens problemen voor de kinderen met zich meebrengt. Zo komt vroeggeboorte bij tweelingen viermaal vaker voor dan bij eenlingen, en is de kans op sterfte tienmaal groter. Daarnaast hebben kinderen die te vroeg worden geboren ook meer kans op een vertraagde ontwikkeling.