Door de ‘haaienvinnen’ op het onderste bitje wordt de onderkaak naar voren gehouden. In deze stand heeft u meer ruimte achter in de keel waardoor het ademen eenvoudiger wordt. Hierdoor vermindert het aantal ademstops en wordt ook het snurken minder.
De mate van voorwaartse verplaatsing die nodig is om ’s nachts door te blijven ademen kan per persoon verschillend zijn. Daarom kan de MRA met behulp van een sleuteltje bijgesteld worden. Het proces wordt door de kaakchirurg begeleid en uitgevoerd door de mondhygiënist.
Om een goed passend MRA voor u te maken is het nodig om afdrukken te nemen van uw boven- en onderkaak. Als de afdrukken zijn gemaakt kunt u na ongeveer drie weken het apparaatje ophalen.