Bij deze operatie wordt naast de baarmoeder, ook het bovenste deel van de vagina verwijderd. Verder verwijdert de gynaecoloog een groot deel van het omringende steunweefsel en de lymfeklieren uit het bekken. Op de plaats waar de baarmoeder heeft gezeten, wordt de nu wat kortere vagina dichtgemaakt.
De operatie vindt plaats via een snee in uw onderbuik, vanaf het schaambeen tot de navel of net daarboven. De arts kan zo de hele buik inspecteren. De eierstokken kunnen bij deze operatie blijven zitten.