Met een speciale camera worden foto's gemaakt waarop de doorbloeding van de hartspier zelf zichtbaar is. De radioactiviteit die in uw lichaam wordt gebracht geeft een zwakke straling af. Een speciale camera registreert deze straling en zet deze om in een foto van uw lichaamsdelen. Dit noemen we scintigrafie of ook wel scan (niet te verwarren met CT- of MRI-scan). Vaak worden hierbij twee scans gemaakt: één na inspanning en één na een periode van rust. Deze scans worden met elkaar vergeleken.
De hoeveelheid radioactiviteit die de afdeling nucleaire geneeskunde gebruikt is zo gering, dat u of uw omgeving daar geen nadelige gevolgen van ondervindt. Binnen één dag is de radioactiviteit uit uw lichaam verdwenen.