Coen en Daniëlle vertellen over hun ervaring met de afdeling Neonatologie

Coen en Daniëlle vertellen over hun ervaring met de afdeling Neonatologie

De overplaatsing van hun zoontje Pepijn van Erasmus MC-Sophia naar het Maasstad Ziekenhuis was voor Coen en Daniëlle een grote stap. "We waren net een beetje gewend geraakt aan het personeel, de apparatuur en het dagritme", vertelt Daniëlle. "Dat is je houvast geworden, na alle emoties rond de geboorte. Opeens valt die vertrouwde omgeving weg, het voelt alsof je opnieuw moet beginnen." 

"Natuurlijk moet je blij zijn als de dokter vertelt dat je kind minder intensieve zorg nodig heeft", verklaart Coen. "Maar als ouders van een te vroeg geboren baby ben je - zeker de eerste tijd - bezorgd en wil je dat je kind de beste zorg krijgt. Pepijn was nog heel kwetsbaar, hij woog circa 1500 gram toen hij over ging. Je weet dat de bedden schaars zijn, maar liefst hadden we gehad dat hij nog wat langer op de IC kon blijven."

Uiteindelijk ging het vervoer zonder grote problemen. "Hij kreeg gelukkig geen terugslag", vertelt Daniëlle. "Dat gebeurde wel bij ons eerste kind, Bernard, die ook te vroeg geboren is. Met hem moesten we veel langer reizen, van het Moeder- en Kindcentrum in Veldhoven naar Rotterdam. Hij bleek later het RS-virus te hebben en was behoorlijk ziek. Dan schrik je als hij bijvoorbeeld een thermometer tussen z'n billetjes krijgt, terwijl in Veldhoven de temperatuur werd gemeten met een plakkertje op de buik.  Ook de couveuses en de beademingsapparatuur waren anders."

"Ons tweede kind kwam in een gespreid bedje"

Coen en Daniëlle

"Pepijn deed het in het ziekenhuis relatief goed, dan ben je als ouder ook wat meer ontspannen", legt Coen uit. "Bovendien kwam hij in een gespreid bedje. De verpleegkundigen kenden ons van de periode met Bernard. Dat was nog op de locatie Zuider van het Maasstad Ziekenhuis. Nu kwamen we met Pepijn in de nieuwbouw, waar het allemaal veel ruimer is. We werden met open armen ontvangen. We moesten wel even wennen aan de minder intensieve behandeling. Niet langer één verpleegkundige per één of twee kinderen, maar één op vier kinderen. Je weet dat het niet meer nodig is, maar maakt je toch zorgen de eerste tijd, of het allemaal wel goed zal gaan."

Het heeft geholpen dat ze de tweede keer wisten hoe het in grote lijnen zou gaan. Toch is het volgens Daniëlle en Coen lastig om je voor te bereiden op de overplaatsing. "Elk kind is anders en belangrijk is vooral of het in goede conditie is", aldus Coen. "Pepijn is met 29 weken geboren en niet na 28 weken zwangerschap zoals Bernard. Die ene week maakt een wereld van verschil. Wat absoluut helpt, is dat de Rotterdamse ziekenhuizen al geruime tijd samenwerken. Men kent elkaar, waardoor de overdracht beter verloopt."

Betrokken afdelingen en vakgroepen