Dagbehandeling

U wordt hierover geïnformeerd met een brief van de Bureau Opname waarin vermeld staat vanaf wanneer u nuchter moet zijn. Nuchter betekent dat u niets meer mag eten (ook geen snoepjes of kauwgom), niets meer mag drinken (ook geen water) en niet meer mag roken. Als u medicijnen moet innemen, doe dit dan direct na het opstaan met zo min mogelijk water.

Wanneer u een licht ontbijt mag hebben betekent dit dat u een beschuitje met jam (geen kaas, boter of ander beleg gebruiken), water, appelsap, siroop of thee zonder melk mag gebruiken. U mag geen koffie drinken!

Op de afdeling wordt u ontvangen door een van de verpleegkundigen. Voordat u naar de behandelkamer of operatiekamer wordt gebracht, verzoeken wij u alle waardevolle spullen af te geven aan uw begeleiding/familie.

Als u komt voor een operatie, moet u ook piercings, kunstnagels op de wijsvingers, nagellak, kunstgebit, bril of contactlenzen uit of af doen. Een hoortoestel mag u blijven gebruiken, behalve wanneer u voor een behandeling aan uw ogen komt, dan moet het hoortoestel aan de kant waaraan u behandeld wordt verwijderd worden.

Pijnstilling

Als u voor een preoperatieve screening bij het anesthesiespreekuur bent geweest, heeft u een recept pijnmedicatie meegekregen voor na de ingreep. Deze medicijnen mag u voor uw opname bij uw eigen apotheek of bij de Maasstad Apotheek van het ziekenhuis ophalen. De apotheek zit op de begane grond in de centrale hal.

Daarna wacht deze persoon buiten het ziekenhuis. Ander bezoek is niet toegestaan. In verband met de rust van u en uw medepatiënten zijn kinderen niet toegestaan.

Bij kinderen mag één van de ouders aanwezig zijn totdat het kind slaapt. Ook in de uitslaapkamer mag één van de ouders aanwezig zijn.

Het is de bedoeling, als alles goed gaat, dat u in de loop van de dag weer naar huis gaat. De verpleegkundige doorloopt een checklist om te beoordelen of u het ziekenhuis mag verlaten.

Soms wordt besloten dat het beter is dat u in het ziekenhuis blijft. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat er iets niet goed is. We doen dit vaak om te voorkomen dat er iets gebeurt. U wordt dan overgeplaatst naar één van de verpleegafdelingen van ons ziekenhuis.

Nazorg

Voordat u naar huis gaat, maakt de secretaresse van de afdeling Dagbehandeling voor u een afspraak voor de nacontrole op de polikliniek. Over de nazorg thuis krijgt u mondelinge en schriftelijke informatie. De verpleegkundige geeft u advies en als u zelf nog vragen heeft, kunt u deze stellen.

Meestal wordt u een aantal dagen na de behandeling thuis gebeld om te vragen hoe het met u gaat. De verpleegkundige geeft u advies en als u zelf nog vragen heeft, worden deze beantwoord en eventueel overlegd met de arts.

Als u onder verdoving bent geweest of een ruggenprik heeft gehad, mag u de eerste 24 uur niet alleen zijn. We adviseren dan dat iemand bij u blijft. Als u naar huis gaat, mag u zelf geen autorijden of alleen gebruik maken van het openbaar vervoer. Zorg vooraf dat iemand u komt ophalen of begeleiden.

Het kan zijn dat u na de ingreep last heeft van bepaalde nawerkingen zoals slaperigheid, pijn, misselijkheid en spierpijn.

Verschillende afdelingen werken samen om patiënten snel en beter te kunnen helpen. Daardoor ontstaat een brede kennis. Er maken 17 verschillende afdelingen gebruik van de dagbehandeling en er is goed contact met de poliklinieken, de operatieafdeling en het opnamebureau. Het gaat hierbij om de volgende afdelingen:

• 2 behandelkamers;
• 1 infuuskamer (ook wel 'stoelenkamer'). Op deze kamer komen patiënten die in dagbehandeling een infuus krijgen met medicatie. Dit zijn vaak patiënten die regelmatig terugkeren voor een behandeling;
• 1 operatiekamer;
• 1 holding waar u wordt voorbereid op de ingreep;
• 1 recoverykamer waar u herstelt na de ingreep.