4. Diagnose
(verdenking) Baarmoederkanker
In een gesprek (ongeveer één week na het laatste onderzoek) met de behandelend specialist worden de uitslagen van de onderzoeken met u besproken. Afhankelijk van de uitslagen wordt het vervolgtraject samen met u bepaald.
Inhoud diagnose
> Informatie
> Wat is kanker
> De vrouwelijke geslachtsorganen
> Baarmoederkanker
> Oorzaken
> Stadiumindeling
> Vruchtbaarheid en kanker
Informatie
Het internet en verhalen van andere mensen kunnen voor veel ongerustheid zorgen. Maar slechte ervaringen bij een ander hoeven u nog niet te overkomen. Vertrouw op wat de specialist en de (oncologie)verpleegkundige van het Maasstad Ziekenhuis u hebben verteld. Betrouwbare internetsites zijn:
- www.kwf.nl - KWF kankerbestrijding
- www.gynaecologie.nl - Samenbundeling van gynaecologische informatie
- www.icgynaecologie.nl - Informatie Centrum Gynaecologie
- www.olijf.nl - Netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker
Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Al deze verschillende soorten kanker hebben één gemeenschappelijk kenmerk: een ongeremde deling van lichaamscellen. Hierdoor ontstaat er een gezwel of tumor.
Wat is kanker
Goed- en kwaadaardig
Er zijn goedaardig en kwaadaardige gezwellen of tumoren. Alleen bij kwaadaardige gezwellen of tumoren is er sprake van kanker. Tumor is een ander woord voor gezwel. Een kwaadaardige tumor kan omliggende weefsels en organen opzij drukken, kan er groeien en uitzaaien.
Goedaardig gezwel. De gevormde cellen dringen geen omliggend weefsel binnen.
Kwaadaardig gezwel. De cellen dringen wel omliggend weefsel binnen.
Uitzaaiingen
Van een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of lymfe op andere plaatsen in het lichaam terechtkomen en ook daar uitgroeien tot gezwellen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen).
De vrouwelijke geslachtsorganen
De vrouwelijke geslachtsorganen bestaan uit de uitwendige (schaamlippen, clitoris en ingang van de vagina) en inwendige geslachtsorganen. Tot de inwendige geslachtsorganen behoren de baarmoeder, de eierstokken en de eileiders.
Baarmoeder
De baarmoeder heeft de vorm en omvang van een omgekeerde peer. Het brede deel, het baarmoederlichaam, vormt het grootste deel van de baarmoeder. Aan weerszijden hiervan liggen de eierstokken met de eileiders. De eileiders vormen de verbinding tussen de baarmoeder en de eierstokken.
Het baarmoederlichaam gaat over in de baarmoederhals, het onderste, smalle deel van de baarmoeder. De baarmoederhals vormt de verbinding tussen het baarmoederlichaam en de vagina. De wand van het baarmoederlichaam is opgebouwd uit twee lagen:
- Een binnenste slijmvlieslaag: het endometrium.
- Een buitenste spierlaag: het myometrium.
Baarmoederkanker
Baarmoederkanker komt het meest voor bij vrouwen tussen de 55 en 80 jaar en ontwikkelt zich bijna altijd in de binnenste slijmvlieslaag van de baarmoeder. Daarom wordt baarmoederkanker ook wel endometriumcarcinoom genoemd. Een enkele keer ontwikkelt de ziekte zich in de buitenste slijmvlieslaag van de baarmoeder. Minder vaak voorkomende vormen van baarmoederkanker ontstaan in de spierlaag van de baarmoeder of zijn een combinatie hiervan.
Groeiwijze
Baarmoederkanker groeit over het algemeen langzaam. Vanuit het baarmoederslijmvlies kan een kwaadaardige tumor doorgroeien in de onderliggende spierlaag, naar de baarmoederhals of naar de eileiders. Op den duur kan uitbreiding plaatsvinden vanuit de baarmoederholte naar omringende weefsels en andere organen. De minder vaak voorkomende vorm van baarmoederkanker in de spierlaag (sarcoom) groeit wel wat sneller.
Oorzaken
Bij baarmoederkanker kunnen bepaalde factoren het risico op de ziekte vergroten. Verstoring van het samenspel tussen de verschillende hormonen die invloed uitoefenen op het baarmoederslijmvlies lijkt een belangrijke risicofactor, bijvoorbeeld:
- Bij vrouwen zonder of met weinig kinderen.
- Bij vrouwen bij wie de overgang laat begint.
- Bij vrouwen die langdurig oestrogenen gebruiken (zoals bij overgangsklachten).
- Bij borstkankerpatiënten die een gedurende een aantal jaren tamoxifen gebruiken. Tamoxifen is een belangrijk medicijn bij de behandeling van borstkanker. De goede behandelresultaten van tamoxifen wegen op tegen het kleine extra risico op baarmoederkanker.
- Bij vrouwen die een bepaalde zeldzame oestrogeen producerende tumor van de eierstokken hebben.
- Bij vrouwen met overgewicht. Waarschijnlijk komt dat doordat in het vetweefsel meer oestrogene stoffen worden aangemaakt.
Erfelijkheid
Baarmoederkanker is niet erfelijk.
Maar vrouwen met het Lynch-syndroom (voorheen HNPCC) - een ziekte die een erfelijke vorm van dikkedarmkanker kan veroorzaken - hebben ook een groter risico op tumoren in andere organen, onder andere in het baarmoederslijmvlies.
Baarmoederkanker is, evenals alle andere soorten kanker, niet besmettelijk. Er is dus ook geen risico dat de partner door geslachtsgemeenschap kanker krijgt.
Stadiumindeling
Om te kunnen bepalen welke behandeling(en) de specialist u voorstelt, moet hij of zij weten uit welke soort kankercellen de tumor is ontstaan, hoe kwaadaardig deze zijn en wat het stadium van de ziekte is. Onder het stadium verstaat men de mate waarin de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. De specialist stelt het stadium van de ziekte vast door onderzoek te doen naar:
- De plaats en de grootte van de tumor.
- De mate van doorgroei in het omringende weefsel.
- De aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren en/of organen elders in het lichaam.
Bij baarmoederkanker onderscheidt men in vier stadia. Stadium 1 is het vroegste stadium en stadium IV is het meest gevorderd.
Stadium I | De tumor is beperkt tot het baarmoederlichaam. Er wordt gekeken of de tumor is doorgegroeid in de spierlaag van de baarmoeder. Men maakt hierbij onderscheid tussen doorgroei in het oppervlakkige of diepere deel van de spierlaag. |
Stadium II | De tumor is doorgegroeid tot in de baarmoederhals, maar niet buiten de baarmoeder. |
Stadium III | De tumor is doorgegroeid buiten de baarmoeder, maar binnen het kleine bekken. Dat wil zeggen: in de directe omgeving van de baarmoeder, bijvoorbeeld naar de eierstokken, de vagina of lymfeklieren in de buik. |
Stadium IV | De tumor is doorgegroeid buiten het kleine bekken of naar de blaas of de endeldarm en/of er zijn uitzaaiingen ergens anders in de buik. Ook bij uitzaaiingen van baarmoederkanker in andere organen, bijvoorbeeld in de longen of de botten, spreekt men van stadium IV. |
Gradering
Bij microscopisch onderzoek van het weefsel bij baarmoederkanker wordt de mate van kwaadaardigheid van de tumor bepaald: de gradering (g). Deze loopt van g1 tot en met g3. Hoe hoger de gradering, hoe kwaadaardiger de tumor en hoe sneller deze groeit.
Deze stadiumindeling en de gradering zijn belangrijk voor een inschatting van de prognose en het bepalen van de behandeling.
Vruchtbaarheid en kanker
Sommige behandelingen van kanker hebben een nadelige invloed op de vruchtbaarheid. Het is raadzaam om voorafgaand aan de behandeling van kanker met uw specialist te bespreken wat de verwachtingen en kansen zijn dat in uw geval uw vruchtbaarheid gespaard blijft. De ernst van de schade die een behandeling van kanker aan de vruchtbaarheid kan veroorzaken hangt onder andere af van:
- uw leeftijd;
- soort en dosis chemotherapie;
- plaats van bestraling;
- uw vruchtbaarheid voorafgaand aan de behandeling.
Hieronder worden per behandeling van kanker de gevolgen voor de vruchtbaarheid besproken. Houdt u er rekening mee dat vaak een combinatie van verschillende behandelingen nodig is, voor een zo groot mogelijk effect.
1. Operatie
Een operatie waarbij de eierstokken of de baarmoeder verwijderd worden is van grote invloed op de vruchtbaarheid.
2. Bestraling
Bestraling kan van invloed zijn op de vruchtbaarheid als de voortplantingsorganen (eierstokken en baarmoeder) in het gebied liggen dat bestraald wordt. Dit is het geval bij alle straling in het onderbuik gebied.
3. Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling met medicijnen (cytostatica) die de celdeling remmen of cellen doden.
Chemotherapie werkt door het hele lichaam, waardoor de schadelijke stoffen ook terecht komen in de eierstokken. De schade die ze daar aanrichten, kan leiden tot tijdelijke of definitieve onderbreking van de menstruele cyclus. Ook wanneer de normale menstruele cyclus na de chemotherapie doorgaat, bestaat de kans dat u vervroegd in de overgang komt en dus onvruchtbaar wordt. De internist-oncoloog bespreekt met u welke gevolgen de chemotherapie heeft voor uw vruchtbaarheid.
Bij uw casemanager kunt u de folder: ‘Vruchtbaarheid en kanker’ van de NNF krijgen, of zie www.nnf-info.nl.
Kinderwens en vruchtbaarheid sparende behandelingen
De meeste vrouwen met baarmoederkanker moeten een baarmoederverwijdering ondergaan en worden daardoor onvruchtbaar. Er zijn echter mogelijkheden om bij sommige milde vormen van baarmoederkanker de baarmoeder te behouden. De kans op behoud van vruchtbaarheid is afhankelijk van uw leeftijd en of u in aanmerking komt voor
baarmoeder sparende behandeling. Het is dus verstandig om voordat u de kankerbehandeling begint met uw specialist te bespreken wat de gevolgen zijn voor de vruchtbaarheid.
Het is belangrijk te weten dat het sparen van de vruchtbaarheid niet voor iedereen mogelijk is. Het is raadzaam dit goed te overleggen met uw specialist.