Ganglion in de vinger

Ganglion in de vinger

Een ganglion is een bobbeltje in uw vinger. Dit is een uitstulping van het gewricht. Het kan geen kwaad.

Een ganglion of slijmcyste is een omkapselde holte gevuld met geel, geleiachtig vocht. Het ganglion kan ontstaan in het gewrichtskapsel, de peesschede of de gewrichtsband en komt vaak voor aan:

Een ganglion kan veranderen van grootte, spontaan verdwijnen en openbarsten. Het is een goedaardige en onschuldige zwelling. En komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. 

Mogelijke onderzoeken bij Ganglion in de vinger

Mogelijke behandelingen bij Ganglion in de vinger

Betrokken afdelingen en vakgroepen


De oorzaak van een ganglion is vaak onduidelijk.

Bij oudere mensen kan slijtage (artrose) een rol spelen en soms ontstaat een ganglion na bijvoorbeeld een polsbreuk.

Specifieke werkzaamheden of hobby’s hebben geen invloed op het ontstaan van een ganglion.

Soms geeft een ganglion in de vinger geen klachten. U kunt klachten hebben van:

  • Een hard aanvoelbare zwelling op de overgang van de handpalm naar de vinger.
  • Een zeurend gevoel, pijn bij buigbewegingen van de vinger.
  • Bewegingsbeperking van de vinger.

U bespreekt uw klachtenpatroon met de arts en er wordt lichamelijk onderzoek uitgevoerd.

In een aantal gevallen is het nodig een echografie te laten verrichten.

Behandeling zonder operatie

Een ganglion in de vinger kan spontaan verdwijnen of geen klachten geven. Als u klachtenvrij bent, kunt u in overleg met de plastisch chirurg ook besluiten af te wachten.

Een behandeling zonder operatie bestaat uit het leegzuigen van de cyste met een naald en het toedienen van ontstekingsremmers. De kans op terugkeer van het ganglion is wel groot, daarom wordt deze behandeling bijna nooit gekozen.

Behandeling met operatie

Tijdens een operatie wordt het eerste bandje van de peesschede (de pulley) doorgesneden. Dit geeft ruimte in de peesschedetunnel. De buigpees kan er dan weer vloeiend doorheen glijden.

De operatie duurt ongeveer 10-20 minuten.
 
Voor de operatie

Voor de operatie moet u rekening houden met:

  • Draag makkelijke, ruimvallende kleding.
  • Neem een begeleider mee naar het ziekenhuis om u na de operatie te helpen met aankleden/ vervoer naar huis.
  • Draag geen sieraden of nagellak.
    Haal alvast pijnstilling in huis (paracetamol, zo nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling).
  • Geef eventuele allergieën voor de ingreep door aan de arts.
  • Stop in overleg met de arts een aantal dagen voor de operatie met bloedverdunnende medicatie. U kunt dit 1 dag na de operatie weer hervatten.

Operatie

Tijdens de operatie ligt u op de rug met uw arm opzij. De operatie gebeurt poliklinisch onder lokale verdoving of (minder vaak) in dagbehandeling onder verdoving van de hele arm. Heel soms wordt gekozen voor volledige verdoving. 

Voor de start van de operatie krijgt u een band (tourniquet) om de bovenarm. Deze band wordt, nadat de verdoving is ingewerkt opgeblazen. Door de druk van de band worden de bloedvaten naar de hand dichtgedrukt. Tijdens de ingreep stroomt er dan een korte periode geen bloed naar de hand. Zo wordt een beter zicht voor de chirurg gecreëerd. De druk van deze band kan als onprettig worden ervaren.

Via een kleine snee (1,5 cm) aan de basis van de vinger wordt het ganglion verwijderd en vaak ook een deel van de peesschede in de lengterichting open gesneden. De huid wordt met hechtingen gesloten. Hierna kan de band rondom de bovenarm weer leeglopen, zodat de bloedaanvoer naar de hand weer hersteld. Dit kan kortdurend een prikkelend gevoel geven.

  • Na de operatie wordt uw hand verbonden. U moet het verband drooghouden. Tijdens douchen kunt u een plastic zak om de hand doen. Als het verband te strak zit mag u eventueel het buitenste verband opnieuw aanleggen.
  • De 3e dag na de operatie mag u het verband verwijderen. Een kleine pleister is dan genoeg. U mag dan gewoon douchen en de pleister verwisselen. Zwemmen is niet verstandig omdat zwemwater meestal niet schoon genoeg is.
  • U krijgt een draagdoek (mitella). U moet de mitella de eerste 2 dagen dragen of de hand hooghouden. 's Nachts hoeft u de mitella niet om en u kunt uw hand dan het beste op een kussen laten rusten.
  • Het is belangrijk dat u de vingers regelmatig beweegt om stijfheidsklachten te voorkomen. Dit kunt u doen door oefeningen te doen.
    Oefening 1
    5x per dag 10 keer de vingers recht maken en 10 keer de vingers ontspannen buigen. Vermijd met kracht een vuist maken. Dit herhaalt u nog eens waarbij u de andere hand gebruikt om de vingers te helpen met bewegen.
    Oefening 2
    5x per dag 10 keer de vingers spreiden en sluiten om het vocht uit de hand weg te pompen.
    Oefening 3
    De duim kan geoefend worden door alle vingertoppen aan te tikken en de basis van de pink aan te raken.
  • Voor eventuele napijn kunt u paracetamol gebruiken, maximaal 4x per dag 1.000 mg.
  • Zelf autorijden met het drukverband mag niet, u bent dan niet verzekerd.
  • De hechtingen worden na ongeveer 10 dagen door een verpleegkundige verwijderd.

Hersteltraject

De eerste 6 weken kunt u beter geen voorwerpen stevig vastgrijpen of veel kracht uitoefenen om nieuwe overbelasting te voorkomen.

De duur van de herstelfase na operatie aan een ganglion in de vinger is verschillend en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel.

Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (weken tot maanden) gevoelig zijn bij aanraken en druk zetten. Het litteken kan ook hard aanvoelen. Deze klachten zijn bijna altijd tijdelijk.

Handenteam

In een aantal gevallen is er na de operatie nabehandeling nodig. De nabehandeling bestaat uit spalk- en/ of oefentherapie. Deze nabehandeling wordt uitgevoerd door de medewerkers van het handenteam.

Mogelijke complicaties

Bij alle operaties bestaat een kleine kans op complicaties. Voor de volledigheid noemen we de (zeer) zeldzame complicaties. Als u vragen heeft over de mogelijke complicaties, raden wij u aan om contact op te nemen met uw behandelend arts.

  • Een wondinfectie, een nabloeding of een veranderd gevoel rondom het litteken. Neem bij roodheid, koorts of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis.
  • Na een ongeluk of operatie van de hand kunnen er onbegrepen klachten ontstaan die niet direct te maken hebben met het ongeluk of de operatie. Deze klachten kunnen roodheid, zwelling, een glanzende huid, stijfheid en pijn zijn. Ook kan er een intolerantie ontstaan voor kou. Deze klachten komen slechts zeer zelden voor en zijn vaak tijdelijk.
  • De operatie aan een ganglion in de vinger heeft ook als zeer zeldzame complicatie een verminderd of veranderd gevoel aan de vinger (door letsel aan zenuwtakjes).

Meer weten?