Anesthesie bij kinderen

Anesthesie bij kinderen

Bij kinderen wordt eigenlijk altijd volledige verdoving (algehele anesthesie) toegepast.

Wanneer u samen met uw arts heeft besproken dat uw kind een operatie of een onderzoek met verdoving krijgt. Krijgt u een afspraak op de polikliniek Preoperatieve Screening.

Bij de preoperatieve screening bespreken we met u of uw kind gaat slapen met een 'kapje' of met een prikje.

Bekijk ook de film over een operatie bij kinderen.

Eten en drinken

U krijgt een bericht met informatie over de opnamedatum en hoe laat en waar u en uw kind zich moeten melden. Als de operatie op dezelfde dag wordt gedaan als waarop uw kind wordt opgenomen, staat in de brief ook vermeld vanaf hoe laat uw kind niet meer mag eten en drinken.

Meestal kunt u uitgaan van:

Nuchterbeleid tot 15

Nuchterbeleid bij borstvoeding

Procedure

  • Bij een 'kapje' ademt uw kind via een masker een mengsel van zuurstof en een anesthesiegas totdat het slaapt. Daarna krijgt het een infuus.
  • Bij een prikje krijgt uw kind eerst een infuus. Daarna worden via het infuus medicijnen gegeven om het in slaap te brengen. Om het prikje zo min mogelijk pijn te laten doen, kan van tevoren op de verpleegafdeling een pleister met zalf aangebracht worden om de huid te verdoven. 
  • Bij bepaalde ingrepen kan, nadat uw kind slaapt, nog een verdoving (regionale anesthesie of lokale anesthesie) worden gegeven. Zo heeft uw kind de eerste uren na de ingreep een goede pijnstilling.

Als ouder of verzorger mee

  • Bij geplande ingrepen mag één van de ouders mee naar de operatiekamer totdat het kind slaapt. Ook op de uitslaapkamer mag u weer bij uw kind zijn.
  • Bij niet-geplande (spoed)ingrepen mag één van de ouders meestal mee naar de operatiekamer. Door bepaalde omstandigheden kan de anesthesioloog in het belang van uw kind anders beslissen.

Vaccinatie

Direct na een vaccinatie kan uw kind beter geen ingreep met verdoving krijgen. Hieronder ziet u hoeveel dagen u moet wachten.

2 dagen na

  • D(K)TP (difterie, kinkhoest, tetanus, poliomyelitis)
  • HIB (haemophilus influenzae B)
  • MenC (meningococcen)
  • K (acellulair kinkhoest)
  • Hepatitis A en B
  • Peumococcen
  • Influenza

14 dagen na

  • BMR (bof, mazelen, rode hond)

3 weken na

Ook na een kinderziekte of contact met een kinderziekte is het beter om 3 weken te wachten voordat een ingreep met verdoving gedaan wordt.

Pedagogische zorg

Voor een uitgebreidere voorlichting met informatie op het niveau van uw kind kan een afspraak gemaakt worden met een van de pedagogische medewerkers. Zij zijn van maandag tot en met vrijdag bereikbaar via (010) 291 37 09.

Lees voor meer informatie de folder Pedagogische Zorg.

En ga naar de kinderwebsite www.maasenik.nl om u samen met uw kind voor te bereiden op een bezoek aan het ziekenhuis.